Snacken op het Vegan Taste Lab
Door Marloes Matthijssen
Gepaneerde, gefrituurde garnalen met een krokant jasje. Een hapje zilte kaviaar zo van je hand. Cheesecake met lemon curd. Knapperige bacon die sist op de grill. Al deze heerlijke hapjes at ik op de culinaire beurs Gastvrij Rotterdam, op een bijzonder plein: het Vegan Taste Lab. Alle producten zijn hier op plantaardige basis. De kaviaarballetjes zijn gemaakt van zeewier, de bacon is geschaafde tempeh met een fantastisch gekaramelliseerd rooksmaakje. In de lemon curd zitten geen eieren of zuivel, maar kokos. En je proeft camembert, ruikt camembert. Maar je eet gefermenteerde cashewnoten. Textuur, geur, smaak: alles klopt hier.
Alleen maar groentechips
Precies in het midden van dit plein staat Wilthagen. En dat is bijzonder, want ze hadden ook een eindje verder op de beurs kunnen staan: waar in koeienletters MEAT MEAT MEAT op spandoeken staat, en er vijftig tinten roze liggen te glinsteren in vitrines in de vorm van een globe. Hammen, vleeswaren, prime cuts. Dit is het carnivorenplein. Wilthagen had hier prima tussen gepast, met hun smakelijke knabbelspek en smeuïge Zeeuwse leverworst. Maar toch heeft dit eigenwijze familiebedrijf gekozen voor een heel andere benadering: ze lieten de vleeswaren thuis en namen alleen hun groentecrisps mee. In felle kleuren en interessante smaken: rode biet, suikermais, zeewier. Een hele lijn is gemaakt van B-keuze groenten, zoals uien en paprika’s. En er zijn umami crisps van oesterzwammen, in een samenwerking met het innovatieve bedrijf GRO. Beursgasten konden deze Krupi Chips en al die andere groentechipjes proeven uit miniatuur puntzakjes. En waren onder de indruk van de smaak, de looks en de toepassingsmogelijkheden van deze nieuwe Wilthagen snacks.
Restproducten getransformeerd tot smakelijke snacks
Anders omgaan met afvalproducten en reststromen. Bijvoorbeeld door B-keuze groenten te veranderen in lang houdbare groentechips. Of door een restproduct als koffiedik te gebruiken als grondstof voor oesterzwammen. Die vervolgens getransformeerd kunnen worden tot een sappige carpaccio of gebakken tot knapperige kroepoekjes. Suiker? Dat gooien we liefst zo min mogelijk in ons eten. Maar je kunt er wel waterflesjes van maken, die net zo stevig zijn als plastic. Ze kunnen zelfs in de vaatwasmachine. Ik kom ogen en oren tekort op het Vegan Taste Lab. En ook mijn smaakpapillen zijn heel blij.
Enorme groeimarkt
Gastvrij Rotterdam is een enorme beurs, waar ontzagwekkend veel te proeven valt. Als je van tevoren gaat lunchen of nog een avondmaaltijd nodig hebt dan heb je iets niet goed gedaan. Want overal kun je nieuwe producten proeven. Ik heb het overgrote deel van mijn beursbezoek op het Vegan Taste Lab doorgebracht en at daar heerlijke burgers, shoarma, nagerechten. En allemaal op plantaardige basis. Kon je slechts vijf jaar geleden nog prima discussiëren of het écht wel lekker was, al die vegan spullen, deze editie bleek dat innovaties razend snel zijn gegaan. De tijden van de muffige tempeh zijn voorbij, net zoals die van de organische stroopwafels die je eerst een kwartiertje op je mok hete thee of koffie moest leggen voordat je er überhaupt in kon bijten. Maar liefst 86% van de veganistische aankopen wordt gedaan door niet-veganisten, lees ik in een folder. Het is een enorme groeimarkt, die nu ook gewapend is met slimme en écht smaakvolle hapjes.
Simpele basis, lekker en gezond
Er zit ook buitengewoon veel lol en enthousiasme in alle standhouders op het laboratorium: van de slogan van de Dutch Weedburger (“Visit Our Joint”) tot de twee kaviaardames die met veel plezier hun zwarte zeewierballetjes tussen je duim en je wijsvinger leggen. ‘Smeksaus’ knipoogt naar de grote Mac. En het zijn inderdaad de kruiden en de sausjes die al die nieuwe producten helemaal afmaken. Dan kan de basis vrij simpel zijn, zoals paddenstoelen, tofu, boekweit. Maar de smaak bepaalt of een restaurant daadwerkelijk iets verkoopt, en of een moeder die burgers en chipjes nog een keer kiest als ze in de supermarkt staat. Ferme groentesmaken, die zilt zijn of een tikje zoet. Knapperig, lekker en ook nog eens gezond. Voor je lijf en voor de planeet.