Garnalenkroepoek gewoon de hele garnaal
Voor de Wilthagen garnalenkroepoek gebruiken we verse Noordzeegarnalen. Want als de lekkerste garnaaltjes van de wereld hier zowat voor de deur zwemmen, dan ga je je nieuwe kroepoek toch niet maken van verweg-garnalen? Wij gebruiken dus geen kweekgarnalen uit Azië. En we werken ook niet met halffabricaten die we snel even afbakken, zoals voorheen altijd gebruikelijk was bij het maken van kroepoek.
Geconcentreerde, zoete smaak
Wij wilden weer échte garnalenkroepoek maken. Met ingredienten van Nederlandse bodem, of in dit geval: uit de Nederlandse kustwateren. Onze Hollandse garnaaltjes zijn zo vol smaak, daar wilden we recht aan doen met onze kroepoek. Daarom gooien we niets weg: voor onze kroepoek gebruiken we de hele garnaal. Zoals koks ook het liefst een bisque maken van het complete beestje. Inclusief de schalen oftewel het pantsertje van de garnaal. Want daarin zit die geconcentreerde, zoete smaak.
Brosse kroepoekjes
Onze Wilthagen garnalenkroepoek maken we van wildgevangen, smakelijke Noordzeegarnalen. Verwerkt van kop tot staart dus. Eerst worden de garnalen gekookt. Daarna worden ze vermengd met tapiocameel. En vervolgens bakken we er brosse kroepoekjes van. Die echt die volle garnalensmaak hebben. Waardoor ook bijna geen suiker of zout meer nodig is. Door het gebruik van tapioca zijn alle drie de soorten kroepoek glutenvrij.
Van de vismijn en de viskotter
De vangstgebieden van de Noordzeegarnalen liggen op nog geen 50 kilometer van ons verwerkingsbedrijf in Tholen. We halen de garnalen bij de Nederlandse vismijnen, in onder andere het mooie Stellendam. De meest verse garnalen dus, gevangen in de Nederlandse kustwateren. Zoals door mede-Tholenaar Johan Baaij, die met zijn Eurokotter Tholen10 op de Noordzee vist. En ons voorziet van die verslavend lekkere zoete garnaaltjes. Die bescheiden in formaat zijn maar groots in smaak.